De dood van Marat



Gedaan uit liefde

À MARAT, DAVID staat in statige
Romeinse kapitalen op
het bijzettafeltje geverfd.
L’An II. Het Classicisme gaat hier
hand in hand met de Romantiek.

Alles wat is gedaan, gedaan uit liefde.
De revolutionair – of houden we
het op “de journalist” of “de pamflettist”? –
hangt in zijn bad alsof hij onverhoeds
door een orgasme is geveld, de pen
niet aan de krachteloze hand ontglipt,
het laatst gelezen document nog in

een dode klauw. L’Ami du Peuple,
vereeuwigd door De Schilder. Fascinerend. Zal
alsnog, door de inspanningen van
deze grote mannen, de geschiedenis
een gunstiger wending nemen?

De tijd der Jakobijnen

Zal – nee – de tijd der Jakobijnen is
voorbij, een ander slag bepaalt
nu onbetwist het uitzicht
vanaf de Place de la Concorde.

Bedrog in het belang der zaak is norm
geworden, als straatvechters
beloeren de grote mannen elkaar –
en de grote vrouwen – vanachter
de façades van hun vriendelijkste gezicht.

Daar schiet een arm uit, daar een voet,
en als er eentje moord en brand schreeuwt als
een ander hem te vlug af is, dan leidt
dat enkel tot hilariteit.

Gedaan uit liefde

Charlotte Corday - haar handen bevlekt
met bloed dat al begint te stollen en
naar roest ruikt in deze vochtige ruimte -

Charlotte Corday rent weg in paniek.
Bij de deur kijkt ze handenwringend om:
ze rukt aan haar verpleegsterschort die ook
al helemaal onder de vlekken zit.

Alles wat is gedaan, gedaan uit liefde,
denkt ze met dichtgeknepen keel, en: is
wat is gedaan nog ongedaan te maken?

Strawinsky (in Finland)

De geur van zeep is bijna tastbaar en
van vers hout in de koele dageraad

en op gymschoenen lopen de kinderen over
een dik tapijt van dennennaalden.

’s Avonds, de schemer sluit de dingen in,
de vossen stappen op de planken, zachtjes,

zachtjes, en krabbelen aan de deur.
O zoete lente! O zoete lente!

Aan de conferentietafel

Maar jij, je wrijft je in je handen,
Lenny V., als je praat, je bent
een hogepriester met de hogepriesters,
tussen boterhametende acolieten en

de varkenscyclus heeft voor jou geen geheimen.
Je bent een boer, je keurt de aarde van
je woorden zodat je raden kunt of
wat je zegt wel rijkelijk vrucht zal dragen.

“Gedaan uit liefde?” Natuurlijk. Je bent
Edith Cresson niet! “Als de vijand ons
bestrijdt,” zei Mao, “is dat goed, niet slecht;

wanneer hij ons doortastend tegemoet
treedt, ons beschimpt, ons tot de grond
toe afbreekt, dan is dat nog beter:
Want het betekent niet alleen
dat we er in geslaagd zijn ons terrein
tegen hem af te bakenen, het leert
ons bovendien dat onze arbeid is
bekroond met schitterend succes.”

Gay games

De dagen staan in het teken
van de mislukking en de nachten zijn wit
van bittere afgunst. Je jong zijn bleek
after all tijdelijk van aard, de daden

die de goegemeente verstomd doen staan
zijn uitgebleven. Ook de dood zal op
de lange duur – daarvoor kun je je hand
wel in het vuur steken – niet zijn te ontlopen.

Vrolijkheid, er zit niet veel anders op,
onnozel enthousiasme, een tutu
waar je u tegen zegt, maillots waarin
een lam geslacht te grabbel hangt, de straat
een week lang jouw domein voor je je weer
in het gareel schaart  van de duitendieven.

Vrolijkheid, vrolijkheid, het kan niet op.
Maar niet heus. De onsterfelijkheid was
je speelveld, elke gooi een gooi naar roem,
elke mislukking een mislukking. Is
wat is gedaan, vraag je bij elke daad,

achter je gekerfde wang, je dunne mond,
onder je onbarmhartig gekortwiekte haar,
je grimmig af, gedaan uit liefde? Is
wat is gedaan nog ongedaan te maken?

L’ami du peuple

Je drukt je zoveelste sigaret uit op
het schoteltje van de geranium
terwijl je, met een kromme rug op je
keukenstoel zittend, door het raam staart waar
de straat nog net zo pijnlijk wit en leeg

in het zonlicht ligt als steeds. L’ami du Peuple!
Jazeker, reken maar. Le Libérateur!
El Salvadór!
De man met het pistool
onheilspellend op zijn slaap gericht:
zo zagen ze je het liefst, en als je zei:
'uw dienaar of de dood!', wat denk je dat
ze riepen, het schoelje! Is wat er is gedaan

nog ongedaan te maken? Want je ziet:
nog voor deze dag aan zijn einde is,
val je op je knieën en je stort
met je ogen vol tranen, reuzendoder,
schaamteloos schietgebedjes voor de koning.

Niet ongedaan

Charlotte Corday - haar handen bevlekt
met bloed dat al begint te stollen en
naar roest ruikt in deze vochtige ruimte -
Charlotte Corday wandelt rustig weg.

 

De trap af, door de gang. Ze legt het mes

op de stoel naast de deur, ze strijkt haar schort

recht, en ze wacht op wat er komen moet.

 

Gedaan uit liefde, alles wat er is

gedaan, en wat gedaan is niet meer ongedaan

te maken. Na de avond komt de nacht

en na de nacht de ochtend. En wanneer

 

ze onder de guillotine wordt gebracht,

geeft ze geen krimp. Haar mooie hoofd zal met

stijf op elkaar geknepen lippen en

met droge ogen vallen in de mand.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques