Emblemata




Als Atalanta vlucht

Atalanta fugiens

Als Atalanta vlucht, en je de gouden
appels weer op kunt rapen die
je haar had toegeworpen in de hoop
haar voor te blijven,

mag dat geen aanleiding voor vreugde zijn,
om als een triomferende atleet
met een gebalde vuist omhoog geheven
van de sintelbaan af te stappen of

in de afrastering te klimmen -
Je hoort je af te vragen: waarom vlucht
deze vrouw? Wat is er verkeerd? Waarom
kon ze de wedloop niet verdragen?

Waarom negeerde ze zelfs de appels?
Dan zie je, deze zegepraal betekent
in werkelijkheid het eind van elke hoop,
betekent dat het lot je toebedeeld

een duisternis is, zwart als Tartarus.
Voortaan nooit meer met veel kabaal op jacht
naar everzwijnen, geen exuberante
kleren, geen drinkgelagen meer en niet

meer opgewonden, zinloos redeneren.
Voortaan alleen nog maar zwoegen, verbeten,
dag in dag uit. Vroeg op en laat naar bed.
En steeds iedere stap verkeerd berekend.

Atalanta was een jageres / koningsdochter die werd bedrogen door Hippomenes: hij versloeg haar bij een hardloopwedstrijd door steeds als ze op het punt stond hem in te halen een gouden appel te laten vallen. Atlanta fugiens is een alchemistisch embleemboek waarvan ik een facsimile bezit. Het gedicht is gebaseerd op een afbeelding van de vluchtende Atalanta.

Scheppingsverhaal

Bij een houtsnede uit de Keulse Bijbel

“O god”, denkt Adam, “o god, nee, geen vrouw!”
Zelfs Eva smeekt om haar niet te verlossen.

Maar god, als een onnozele vroedvrouw,
knielt geruststellend lachend bij hen neer,

hij heeft er totaal niets van in de gaten.

De dieren gieren het uit, en springen
van puur plezier over beken. Vogels vliegen
opgetogen met het nieuwtje rond.

Exodus 1:15,16

Bij een houtsnede uit de Keulse Bijbel

Je komt met stijve benen uit de
verschansing, Pharo, met je gebod.
Phua en Sephora knielen met zure
gezichten voor je neer, je dienaren,
door de wol geverfde cynici,
kijken het aan met nauw verholen spot.
Je onderdanen hangen achter je rug
over de stadsmuur heen of buitelen als
ontuchtige kinderen naakt in het gras.

Het zou een wonder wezen als je deze
Body politic, deze kleine kosmos,
zo duidelijk, ondanks de schijn van orde,
al tot ontbinding overgegaan, nog
lang op de been kunt houden. Desondanks,

je stem heeft de echte klank van gezag:
“Die Joodse jongetjes, de kop er af!”

’s Ochtends, bij de leeuwenkuil

In duizend bochten wringen zich de leeuwen
om uit te drukken dat ze part noch deel
hebben aan deze onwaardige vertoning.
Hun staarten zwiepen en ze stappen in

hun ontzaglijke drek. Daniël kijkt
niet eens. Hij streelt de snaren
met een verstrooid gebaar. De woorden worden
hem uit de mond gesmeten als stenen.

En niemand van de toeschouwers,
de koning niet, maar ook zijn mannen niet
en ook zijn vrouwen niet, is niet getroffen
en krimpt niet deerniswekkend in elkaar

en lekt het zand. Alleen de engelen,
juichen, triomfantelijk, irritant.

Twee houtsneden uit Reynke Vos van 1498

1.
Op de eerste afbeelding leest de vos de les
aan de kat. Maar de zalvende woorden zijn
aan hem verspild: de kat krimpt wel ineen
voor de vermanend opgeheven poot,
maar kijkt opzij met de sceptische blik
die we ook nu nog van hem zijn gewend.

zijn staart is lang en dun, een rattenstaart.
de visgraatbomen en de boerderijen
en de hoogteverschillen in het terrein
zijn duidelijk symbolisch, maar op een

manier die ons ontgaat, duisterder, dieper
dan de gesticulaties van de dieren.

2.
Hier preekt de vos de passie aan de kippen.
Het lijnenspel van de heuveltjes doorkruist
zijn pij: maakt hem een uitvloeisel van 't landschap.

In dit theatrum orbis terrarum,
dit schouwtoneel van liefde en dood,
ligt het accent op dood. De haan doorziet
de valstrik wel, want hij is niet alleen
expert op het gebied van copulatie,
maar zijn loyaliteitsgevoel verbiedt
hem de geringste ongehoorzaamheid
aan 's konings zegel en autoriteit.

De afloop, boven in de hoek getoond
is maar net tragisch: de gedecideerde
beet, krakend halsbeen, het hoofd valt om,
het oog verstart, de oogleden verslappen.

De ordelijke kleurenpracht van de veren
ontaardt in een slordige bundel strepen.

Lucas Cranach: Eva

Op dit schilderij ziet men Eva, die
een appel aanbiedt aan de slang: een klein
groen dier, dat zich om een stevige tak
in duizend bochten kronkelt in de hoop
er onder uit te komen: "Slangen zijn
geen fruiteters", "de appel is te groot."

Maar het zal hem niet baten. Eva is
volkomen zeker van haar zaak. En wat
meer is, zij is zo fucking welgemaakt!

Haar iets te weigeren is een te hoge
prijs voor onwetendheid van goed en kwaad.

Fifi

Animal immundum et odiosum, “een smerig en afstotelijk dier”. Thomas van Cantimpré, De natura rerum,

Doden doet ze niet meer, haar moordlust is
verdwenen in een andere dimensie
waar hij niet langer zichtbaar is. En ook

de geilheid die haar soortgenoten in
nachten in maart erbarmelijk doet  kermen,
is  haar al jaren vreemd. Alleen de mens

weet nog een lauwe golf van wellust in
haar op te wekken.  Animal immundum
et odiosum. Steunend schuurt ze met

haar kop tegen je hand totdat het kwijl
over je broek sijpelt, en schaamteloos
keert ze zich om en presenteert haar doos.

Fraudem vigilitas superat

In de dom van Murano een vloermozaïek
waar twee hanen met een vos aan een stok
paraderen. Igor Strawinsky,
heeft er naar staan kijken in ‘62.

Dus reizen we haastig over de alpen.
Donkere dennenbossen, felgele lorken;
grauwe bergpassen, drinkplaatsen waar op het water
zich al een dun laagje ijs vormt; daar ligt Lugano:
straten met stoffige palmen, een glimp van het meer

tussen het lover. Venetië. Auto gaat slapen
in een enorme garage. Per motoscafo
in een kwartier naar Murano. Met droge ogen,
pink discreet naar beneden gebogen, kijken we toe.
Daar de hanen. Ja. En de vos. Ja. Achter ons ronken

dieselmotoren, beweegt het onrustige water.

Waakzaamheid wint van bedrog. Soortgelijke allegorische scènes in Ravenna, in Modena, in Verona.






Reacties

Populaire posts van deze blog

Rimbaud

Is dat de weg?

Actueel