Linkerhand
Victor Hugo, als voorzitter van de Académie
Française, ontvangt het hof
Hij geeft de koning
en diens gevolg
de linkerhand,
de rechter ligt
op de heup
van zijn maîtresse.
Zij, bijziend
maar niet van gister, maakt
revérences voor
wat maar beweegt.
en diens gevolg
de linkerhand,
de rechter ligt
op de heup
van zijn maîtresse.
Zij, bijziend
maar niet van gister, maakt
revérences voor
wat maar beweegt.
De koning moet Louis
Philippe zijn.
Portret van de dichter
Guillaume Apollinaire, jan. 1915
Zijn kepie. Knopen van
hals tot aan laarzen. Zijn grote moed
even vanzelfsprekend als
zijn dichterschap.
Hij lacht zo rustig als
een enorm wit vliegtuig, een DC3
die landt
tussen de flats.
Zijn kepie. Knopen van
hals tot aan laarzen. Zijn grote moed
even vanzelfsprekend als
zijn dichterschap.
Hij lacht zo rustig als
een enorm wit vliegtuig, een DC3
die landt
tussen de flats.
Père Lachaise
Apollinaire bezoekt de plek van zijn graf
Is
dit zijn voorland? Muffe stadsgrond onder
barstend
cement? Roestige deurtjes klappen
open
en dicht in een slordig protest.
Verlepte
bloemen waaien weg. Het regent.
Zwetend
zoekt hij zijn weg tussen de graven.
Hij
houdt zijn paraplu in een
moordende
greep, zijn kin drukt in zijn boord.
De
stappen van een enkele verdwaalde
toerist
schuifelen langs hem heen.
Is
dit zijn voorland? Muffe stadsgrond? Zweet?
De
ontevredenheid, melkwit, obees,
zwelt
als een parel in zijn vlees.
Bloemen!
Waar? Op welke straathoek
stond in '48
Baudelaire, zwaaiend
met een geweer, schreeuwend:
A bas le général Aupick?
stond in '48
Baudelaire, zwaaiend
met een geweer, schreeuwend:
A bas le général Aupick?
Aupick was zijn
stiefvader.
Kom Manet
Grimmige kinderen met ballonnen
in het Parc Monceau. Kom Manet,
kom met je verwaaide haren, met
je haastige, onzekere ogen, kom,
schilder tussen de mussen plukjes
weerbarstige kinderen, kinderen die
schrille liedjes zingen, en
ballonnen oplaten in
de leigrijze middag.
Kom Manet, met je koude handen,
schilder
de omtrekken van
de groene ijzeren bank.
in het Parc Monceau. Kom Manet,
kom met je verwaaide haren, met
je haastige, onzekere ogen, kom,
schilder tussen de mussen plukjes
weerbarstige kinderen, kinderen die
schrille liedjes zingen, en
ballonnen oplaten in
de leigrijze middag.
Kom Manet, met je koude handen,
schilder
de omtrekken van
de groene ijzeren bank.
Au café
Parijs
1869
Van vlo tot tijger, alles
springt, hart, spring dus,
spring, als een dolfijn, of spring
statig als een gazelle,
statig als een gazelle,
met stijve benen. Terwijl
aan de tafels naast je boursiers
aan de tafels naast je boursiers
de koersen bespreken en bleke cocottes
hun theeglas omklemmen,
spring, hart, spring, hunkerend hart,
spring hoog in het hek van de middag.
Montorgueil, Fête du 30 juin 1878
1 juli
Vlaggen en wimpels, kleurig maar
kletsnat. De straat bezaaid
met de restanten van het feest.
Honden drentelen tussen de pamfletten.
Boven:
de kinderen liggen als kleine vlaggen
in bed, hun kleren op de grond zoals
ze er zijn uitgestapt; het laken
is in een wrong gedraaid,
hun mond staat open.
Wanneer de ochtendwind hun haren aait
speelt er een kleine glimlach om hun lippen.
Naar aanleiding van
een beroemd schilderij van Monet.
Matisse
Monsieur Matisse komt binnen
via de keuken. Hij smijt
zijn hoed op een stoel, en begroet
madame. De wilde stieren van zijn hart
springen naar haar roodbruine vlees
maar zijn ongehoorzame stem
roept al om bier.
Marcel Duchamp
Marcel Duchamp
loopt als een hooiwagen met lange poten
over het plafond van Parijs. Hij kijkt
peinzend om zich heen. Voor zijn
koele Cartesiaanse geest
is deze werkelijkheid op zijn kop
volstrekt niet onlogisch.
Rustig begint hij
de a-priori's uit te werken.
De bruid wordt door haar aanbidders ontkleed.
Lieflijk gelach uit de hoeken:
duistere harpijen. New York
maakt aanstalten hem te omarmen.
Reacties
Een reactie posten