Liederen van de dar

Wereldorde

zonder einde hangt mijn hijgen
als een strik aan de sterren

(Lucebert)

Maar een dar

Ik weet het wel, sir, ik ben maar een dar,
en als de bruidsvlucht is gevlogen
in het stof van de hoogste regionen

(en verder trouw de kost verdiend, en vloeken
en schreeuwen in het stadion, en zelfs,
wie weet, een tijd met de neus in de boeken),

dan is het mooi geweest, dan moet ik plat,
dan mag ik slapen, sir, en op mijn graf
trekken de muizen zich vuilbekkend af.

Eigendunk

Maar luister eens, sir, ook een dar bestaat
en heeft een stem. Met het sonoor geluid
van deprivatie, maar ook rinkelend

in de hoge registers. Ook een dar
heeft zijn gevoelens, sir, en naar de honing
snakken we allemaal. En als de bijen

hebben gezwermd - het stuifmeel duizelt in
facetogen en alles gonst van burgerzin -
dansen wij, dansen voor de koningin.

Afgunst

Gezoem. Gezoem. De bijenkast staat stijf
van eigendunk, sir, raten druipen van
de honing, reine overmoed, en kijk,
diep in de zwerm, diep in de zwerm verstopt,

luiert de koningin, zoals altijd,
de koningin, de koningin te rijk.

Darrenslacht

Waar wij niet thuis zijn, in het bijenhuis,
het bijennest, klitten de bijen samen.
Wij buiten, in de regen en de kou,
van de realiteit, sir, klagen wij?

Wij klagen ja, de werkelijkheid aan.
We zien hoe alles tikt op eigenwaan.
Maar wij, schuilend onder groot hoefblad, in
de grove luwte van de sloten, wij,

die huiveren van naakte vruchtbaarheid,
wij zetten ons in voor het ideaal,
en als de nieuwe koningin verschijnt,
de bruidsvlucht beiert, sir, gaan wij weer aan.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Gedichten

Utrecht is Utrecht

Istanboel

Goethe

Rolling Stones

In dit nieuwe jaar

Bijzettingen

De dood van Marat

De duivenmelker

Je minnaar is van papier