Utrecht is Utrecht


Over liefde praten

Utrecht, o Utrecht! O, onder de linden
fietsen in lichtgeel, vlekkerig lentezonlicht.
De Vaartse Rijn spiegelt voorbij

met aan de verre kant fabrieksgebouwen,
en kinderen aan de Jutfaseweg
staan zombie-demonstranten uit te jouwen,

en in de grazig groene bermen liggen
overal verspreid luie liefdesparen
met koelboxen Bavariabier. Laten

we maar vergeten wat we ervan vinden,
laten we vandaag over liefde praten.

Motet

Utrecht is Utrecht. Is een stad van mannen
die, handen in de zakken, op de Gracht,
staan uit te kijken of er iets gebeurt,
hier in de motregen op het plaveisel,
beneden op het water, in de lucht.

Utrecht een stad van vrouwen, stad van meisjes,
lenig en vrolijk, die hun fietsen stallen
en samenscholen op de Stadhuisbrug.

Utrecht is Utrecht. Is een stad van duiven
die veertjes laten vallen in hun vlucht.

Op de hoek van de Bouwstraat

De straat ruikt naar
natte stenen en huisvuil.

Fietsen staan
weg te roesten
in fietsenrekken.

Vogels schreeuwen
in kale bomen.

De eerste buiten-
landers, in dikke
winterjassen, wagen

zich al op straat.

Dit zijn de jaren ‘70. Er is nog nauwelijks sprake van gezinshereniging. De meeste buitenlandse arbeiders wonen in pensions.

Gratis parkeren aan de Voorstraat

Nog een keer de jaren ‘70.

Het stinkt.
De muren bladderen en breken.
Waar het verval
met board en gipsplaat is bestreden vormen
zich zwarte schimmelplekken,
natte gaten.

En de brandnetels bloeien
door alle ramen.

Stadhuisbrug

Daar zit de oude profeet op een bank,
ineengedoken, quasi-bescheiden,

zijn dwarsfluit ligt op zijn schoot.

Maar niemand taalt naar hem. Een vrouw
eet een kroket onder het lopen,
een man kijkt in de lucht.

Alle jongelui hebben walkmans op.

De oude profeet is natuurlijk Cochius; het gedicht speelt ergens in de jaren tachtig.

Neude, op een terras

Hij heeft een kop met rossig stekelhaar
en uitpuilende, waterige ogen
en zijn mond lust er wel pap van.

Als hij over de glazen van
zijn bril kijkt, ziet de wereld er
beter uit dan er door,

denkt hij. Dus kruipen
zijn ogen steeds over de rand.

Ja zo. Zo schuw. 
Als muizen over stro.

1992

Cosi ne’ cori amanti

Cosí ne’ cori amanti
mesce amor fiamma e gel.

Tussen de hoge flats
van Overvecht
klinkt een Lamento van
Claudio Monteverdi
een beetje schel.

De kinderen met zwarte haren
en zwarte ogen die hier spelen

kunnen de countertenor
moeiteloos overschreeuwen

en doen dat ook.
In hun Islam
zijn countertenors
iets heel vaags
dat al maar vager wordt.

Zo mengt in minnaars’ harten
de liefde vlam en vorst.
 
Lamento della ninfa

In het wilde oosten

1.
In het wilde oosten van Utrecht scharrelt
een man om een verwaarloosd plantsoen.
Hij klauwt wat in de struiken. Wat hij zoekt
is niet heel duidelijk. Een nest misschien
met kleine eitjes die hij uit kan slurpen?
Afgedankt speelgoed? Niemand die iets zegt,
zo zijn Utrechters niet, die kijken en
die denken er het hunne van. Ze heten
hier Yahjah Oosterbeek, Vet of Van Megen.
De auto’s hier zijn Fiat Bravo’s en
Ford Escorts, Mazda’s, Opel Astra’s of
merken die elders al lang zijn vergeten.

2.
Het wilde oosten van Utrecht. Je kunt
hier praten als Brugman of je kunt dansen
als David voor de ark, op water lopen,
ze zullen je er niets voor laten kopen.
Inlevingsvermogen is niet hun ding,
welwillendheid is geen geijkte route.
Ze kijken je aan met nietsziende ogen,
en laten je voor elke misstap boeten.

Human interest

Lijden ja, lijden! Human interest,
mits op NPO1 of 2 of 3,
dat garandeert - ook in een pandemie -

de mooiste kijkcijfers. Met lijden
is hier te lande niemand zuinig, zelfs,
zélfs op de bloemenmarkt kijkt iedereen

tussen de ruikers heimelijk naar huilers.

Leugens

Leugens, slordige leugens, overal
laten ze sporen na. Daar sta je aan
de Kaatstraat, op de Stenen Brug. De Vecht,
onder je ogen, is grauwgroen, kaarsrecht,
met putjes van ijskoude regen.

Je hebt gezegd wat je te zeggen had.
Luister je nog naar het gesprek?
Je arm ligt op de brugleuning. Je rookt
en kijkt naar Il Mulino op de hoek.

Gelach van meisjes. Duiven vliegen weg.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Istanboel

Goethe

Gedichten

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques

Dames enkelspel