Met grote hanenpoten


Delos

Overdag leer je in
een stoffig leslokaal de verbuigingen
en vervoegingen van het Grieks.

's Nachts wandel je
naakt over het eiland.

Het ijzig koude maanlicht splijt
je houten romp. Dit is de bakermat
der goden, Delos.

Ankara Genclikparke

1. Einstein en Atatürk
Einstein en Atatürk, twee legenden,
ontmoeten elkaar in een stil hoekje
van het uitgestrekte kermisterrein.

Ernstig schudden ze elkaar de hand
en praten op gedempte toon even
over de stijgende olieprijzen en
de nijpende behoefte aan eensgezindheid
en verregaand idealisme.

Dan springen ze over slingerende
gloeilampen en opspuitende fonteinen
naar hun plaatsen hoog aan het firmament.

2. Er begint een orkest
Er begint een orkest aarzelend
te spelen. Voor een melancholiek publiek
zingt een blonde sopraan eerst verliefde
Italiaanse aria's, en dan
liederen uit de Duitse romantiek.

Fonteinwater klatert onhoorbaar in
de bekkens neer, de feestverlichting schommelt
bijna onmerkbaar in de lauwe wind.

3. In de schaduw
In de schaduw van de struiken geeft een
Europees meisje met glanzende ogen
rendez-vous aan een piepjonge Turkse student.
Hij heeft een erectie, terwijl hij dwingend
op haar in praat over de waarden van de

Islam, en het hooggestemde programma
citeert van de uiterst rechtse MHP.

4. Boven hun hoofden
Boven hun hoofden schrijft het vuurwerk zijn
kortstondige openbaringen met grote
hanenpoten op de ontroerde hemel.

Ondertussen op de Helicon

De lyrische muze verschikt iets aan
haar haar en slaat zedig haar uitermate
Angelsaksische benen over elkaar.

Ze fluistert iets tegen haar buurvrouw links,
en alle negen proesten ze het uit.

Ze lijken met hun blonde haar en met
hun lichte, lichte huid, misschien misplaatst
op deze onherbergzame Helicon,

maar ze aanbidden de Helleense zon
al zo ontzettend lang, ze zijn inheems.

Jij bent de buitenstaander, jij bent vreemd.

In een rotskapel op een Griekse vastendag

Een kaars te branden in deze enorme
grot, in deze holte van licht, dat heeft
niet zoveel zin, beseffen we, hier heerst

de ochtendzon wijd en zijd:
van de stoffige kalksteen boven,
in het gewelf (waar de nimfen elkaar
omhelzen,

hun minnaars elkaar
halsoverkop toeroepen) tot
de meanderende rivier diep in de diepte.

Deze wereld is wel geschapen, ja,
maar niet door ons, wij denken niet in dit
soort termen. Zelfs niet als er klok-

gelui losbarst, geklingel in de dop,
afkomstig van een hier niet zichtbaar dorp.

In maart op de akropolis van Sparta

De lucht boven de olijfbomen is
donkerblauw en er waait een koude wind,
maar ze zitten op zuilentrommels brood
te smeren, fruit te eten en te flirten

alsof het zomer is. Van de restanten
van de akropolis van Sparta hebben
deze scholieren misschien nauwelijks
besef, en van Thermopylae of van

jonge Spartanen die ‘s ochtends spiernaakt
door de Taigetos hollen en heloten
doden, is hun misschien maar weinig of
niets bijgebleven. Maar wat maakt het uit:

terwijl we nog ons brood zitten te eten,
zijn we ook zelf al bijna weer vergeten.

Op een Grieks eiland

Een veel te zwaarlijvige Amerikaan
en een knappe jonge Duitser, beiden
hier op vakantie, kijken elkaar aan.

Op slag wordt de Amerikaanse toerist,
in dit land van de homo-erotiek,
door een ongekend maar brandend verlangen
bevangen om de Duitser aan te raken.

Hij zucht. Hij zweet. Hij wil een foto maken.
Maar de ander glimlacht hoofdschuddend, zwijgzaam,
en biedt zijn eigen fototoestel aan.

Over narcisme gesproken.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques