Over liefde praten

Bezoeksters in de Oude Hortus

In de jaren negentig

Ze kijken naar een scheve muur die hier
en daar met steenbreek is begroeid. Dit is
dood in de pot, dat ziet een kind: de deuren
met bladderende groene verf, kozijnen
vermolmd en met kapotte ruiten, binnen
stoffige cactussen. De gids begrijpt
 
wel wat er schort, ze vestigt hun beleefde
aandacht snel op de ginkoboom. Het is
een relikwie, zegt ze, uit het Carboon.
Ze pakt een blad en toont de nervatuur.
De vruchten, voegt ze er nuffig aan toe,
ruiken niet fris. Zeg maar naar hondenpoep.
 
De dames zijn geamuseerd maar gaan
er niet op in. Ze lopen snuivend weg,
het pad op tussen de kornoeljes. Achter
hen koestert zich het silhouet van de
oranjerie, een boze mastodont,
even in de recalcitrante zon. 

Rietveld in de Prins Hendriklaan

Drogbeeld 

Onder de witte maan het huis
houdt zijn schild waakzaam op.
 
Kinderen ratelen langs het hek,
in de verte maakt Rietveld
(Rietveld? Hoog voorhoofd,
vet zwart haar, bril, het oog
van een timmerman)
bezwerende gebaren.
 
Hij ritselt met vlekkerige,
vergeelde papieren. Paniek!
Rietveld in
de Prins Hendriklaan. 

Oktober in ziekenhuis Berg en Bosch

Buitenlanders met berbermutsjes
en gouden tanden tref je hier niet aan en
ook niet groepjes vrouwen
van middelbare leeftijd
 
die op slonzige meeuwen lijken.
Patiënten glijden hier langs als zwanen
of staan peinzend als reigers
in de lichtgroene schaduw bij elkaar.
 
Als ze over het leven praten,
vallen er stilten als lindebladen.
De thee rilt in de kopjes. Bomen buigen
vertrouwelijk over de lanen
 
waar artsen in opleiding, jonge mannen
en vrouwen, zich met mij bekwamen
in het uitspreken van
gedistingeerde namen.
 
Eind jaren tachtig. Inmiddels, in 2017, bestaat het ziekenhuis niet meer. 

In het wilde oosten

1.
In het wilde oosten van Utrecht scharrelt
een man om een verwaarloosd plantsoen.
Hij klauwt wat in de struiken. Wat hij zoekt
is niet heel duidelijk: een nest misschien
met kleine eitjes die hij uit kan slurpen?
afgedankt speelgoed? Niemand die iets zegt,
zo zijn Utrechters niet, die kijken en
die denken er het hunne van. Ze heten
hier Yahjah Oosterbeek, Vet of Van Megen.
De auto’s hier zijn Fiat Bravo’s en
Ford Escorts, Mazda’s, Opel Astra’s of
merken die elders al lang zijn vergeten.
 
2.
Het wilde oosten van Utrecht. Je kunt
hier praten als Brugman of je kunt dansen
als David voor de ark, op water lopen,
ze zullen je er niets voor laten kopen.
Inlevingsvermogen is niet hun ding,
welwillendheid is geen geijkte route.
Ze kijken je aan met nietsziende ogen,
en laten je voor elke misstap boeten. 

Over liefde praten

Utrecht, o Utrecht! O, onder de linden
fietsen in lichtgeel, vlekkerig zomerzonlicht.
De Vaartse Rijn spiegelt voorbij
 
met aan de verre kant fabrieksgebouwen,
en kinderen aan de Jutfaseweg
staan zombie-demonstranten uit te jouwen,
 
en in de grazig groene bermen liggen
overal verspreid luie liefdesparen
met koelboxen Bavariabier. Laten
 
we maar vergeten wat we ervan vinden,
laten we vandaag over liefde praten.


Een pdf is op te vragen bij Jos Houtsma.
Meer poëzie op het gedichtenblogLees ook de lofzang op Nederland: Zwanen van Nederland.
Ook als blog beschikbaar zijn memoires uit een andere wereld:  Een bijdrage aan de strijd en TerrorismebestrijdingEn een vertaling van het aangrijpende De dame van de camelia's van Alexandre Dumas fils.
Jos Houtsma op DBNL
De stem en de pen



Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques