Net vrij uit de gevangenis

 

Net vrij uit de gevangenis

1.

Net vrij uit de gevangenis begeeft
de dichter zich per trein, per bus, per tram
 
naar de buitenwijk van Jeruzalem
waar zijn geliefde woont, de hoge flats
 
die het domein zijn van de nieuwe mens.
Daar stapt hij uit. Het trappenhuis stinkt naar
 
beton en pis, maar hij grijpt zijn gitaar
en zingt, terwijl de lift naar boven gaat.

2.

Hij plukt de snaren en hij zingt zijn lied.
Hoe laat is het? Zijn lief, zo lui, zo laks,
 
met haar gitzwarte haar, haar bolle ogen,
kijkt niet op haar gestolen polshorloge,
 
ze stopt zich vol met dadels en gebak.
De duiven schuifelen over het dak.
 
Elk woord gezongen is een woord gelogen.

3.

Haar lichaam leunt zwaar op zijn onderarm,
haar nylonhaar kriebelt hem aan de borst.
 
Hij snapt wat ze van hem verwacht, maar dat
is niet wat hem voor ogen staat. Ver weg,
 
diep onder hen, de ruis van het verkeer.
De duiven vliegen rondjes voor het raam.
 
Er ligt een laagje stof op de tv.
Hij buigt zich en hij schrijft met spuug zijn naam
 
op het dressoir. Zij schudt met nadruk nee. 

Efteling

Informatie voor adolescenten
 
Luister altijd naar wat je moeder zegt.
 
Als je jezelf aanraakt, begint
de draak met zijn vleugels te rammelen,
 
de papegaai schreeuwt: “wraak, wraak, wraak”, de heks
krijst informatie over seks.
 
Sprookjesfiguren in de vreemdste standen
wijzen je aan en grijpen naar je handen.
 
Luister altijd naar wat je moeder zegt. 

Gefladder

Plopsa outdoor
 
Managementvaardigheden zijn hier
vereist. Met goede sier van vrolijkheid
houdt men het publiek in toom, vals gelach
 
wordt als succes gescoord en tranen
vlug afgekust. Verder? Oké,
ze amuseren zich.
 
Als er donderkoppen aan de horizon verschijnen,
stijgen er juichkreten op die de zwanen
met veel gefladder uit de vijver drijven.
 

All along the watchtower

“Ach, arme dichter,” zei de joker tot de dief,
“ach, kleine Weense walsen uit New York!”

“Ach danszalen, met duizend flessen wijn.”
Vanmiddag laat komen de trucks aan uit

St. Petersburg. Er moet een uitweg zijn.

Dylan meets Lorca meets het Europese wegvervoer. 

Caissière

Onbewogen verdeelt ze de buit, en
slaat met haar rechterhand kabbalistische
codes aan op haar kasregister.
 
We kijken schuw op de lopende band.
Wanneer ben je voldaan, wanneer, wanneer
ben je voldaan, wrede sibille?
 
Muntplein, Nieuwegein. Verleden tijd. Inmiddels moeten we onze boodschappen zelf scannen. De sibille helpt ons daarbij.

Alberic

Jn sijnen tijden qwam albericus koninck van gotlant uijt affrican, ende toich in Jtalien, ende nam Romen ynne, ende vernieldent myt Jser ende myt vuer […] Ende aelbericus starff tot Consencium haistiger doit. ende die gotlender deylden dat reuijr Bassentis van een, ende groeuen Albericus myt groten schat in dat myddel des reuijrs, ende dairna setten sij dat reuijr in sijnen vorsten loep.
 
Uit: het “Berghse handschrift”, een vijftiende-eeuwse wereldkroniek, gebaseerd op de Latijnse kroniek van Martinus van Troppau: CLXIr.

Uit Afrika, over de bergen,
kwam Alberic,
 
de koning der Goten, met plunder
en grote schrik.
 
Geen steen bleef in Rome op
de andere staan.
 
Immense rijkdommen sleepte hij
achter zich aan
 
toen hij verder trok naar
Consentium,
 
waar hij plotseling stierf. Zijn troepen
begroeven hem
 
in de bedding van een rivier
met grote schat
 
en verlegden daarna het water weer
over zijn graf.
 

Alberic: niet de bewaker van de Nibelungenschat, maar de West-Gotische koning Alarik I, die het loodje legde bij Cosenza. De schat van de koning is tot op heden  niet teruggevonden.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques