Goden

Muren

Tot drie maal toe wist Patroclus de muren
van het heilige Troje te beklimmen,
drie maal werden zijn vingers losgerukt
en werd hij in de regen teruggestoten
 
en zag hij door zijn tranen hoe er iets
boven hem uittorende, uit brons gegoten.
En de inktzwarte hemel daverde
van het stupide lachen van de goden. 

Tweegevecht van Paris en Menelaos

Toen ze besloten om het bij te leggen
en de aanstichters van alles het samen uit
te laten vechten in een tweegevecht,
zodat de overwinnaar het gehate
 
geslachtsdeel van de ander voor de honden
kon gooien, zoals hij wilde,
werden de goden ongerust. Ze zonden
Athene uit als bode om hun dit
 
onraadzame voornemen te ontraden.
En met succes. De slachting werd hervat
en opgelucht stroomden de goden toe
en hadden weer tussen de norse strijders
 
hun gerechtvaardigd aandeel in het bloed. 

Goden

1.

Poseidon slaat geërgerd met zijn staart 
op het water. Gladde godinnen dansen 
in steeds wijdere kringen om hem heen. 

2. 
En Hera, als een varken op haar sponde,
speelt met haar driedubbele kralensnoer 
en fantaseert dat ze vooroverbuigt

en een wrede speer omdraait in de buik 
van een tegenspartelende krijger. 

3.
Hoog in de bergen intussen, bij de maan,
dwaalt Artemis. Haar witte honden hijgen
om haar benen, likken onbeschaamd
haar kleine, lakrode geslachtsorgaan. 

Arethousa

Nadat de god haar in de uiterwaarden
verkracht had, stortte ze zich in de zee
en ademde in het bittere water. 

En ze werd meegenomen. Duikers die
ze stoorde in hun stille visites aan
de diepte, zagen haar, niet onbewogen,
zagen hoe de stromingen haar bewogen. 

En toen ze aankwam op Sicilië
en aan het strand spoelde, brak ze, en baarde
blank bronwater, schaduw, en zoete aarde.

Van de stad kwamen mensen en zwaaiden. 

De stad is Syracuse, waar de bron nog steeds wordt getoond: schaduw, groen en eenden. De duikers zijn een dichterlijke vrijheid: verveelvoudiging van Cola Pesce, de miraculeuze duiker uit de Italiaanse folklore. Oek de Jong brengt hem ter sprake in Cirkel in het gras, hoofdstuk VII. 

Toen de stier op haar afkwam

Toen de stier op haar af kwam door
het opspattende water, laag loeiend
tegen het melkwitte water, wie denkt
dat Europa zich niet uit eigen beweging
 
op zijn rug wierp. En later, toen Io
als witte vaars graasde tussen de kudde,
al die keren die kleine stapjes,
dat kijken, dat draaien! Alles is seksueel,
 
van mens tot hongerig rund;
de ochtend is seksueel, de avond;
de zon maakt zich seksueel los van de horizon,
zinkt in de zee; bergen wringen zich smachtend
 
op uit het dal; zelfs onze abstracties
zijn geslachtelijk; onze wiskunde vormt
kokhalzend van wellust figuren. Meisjes
in deurposten, giechelend, wenkend.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Actueel

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar