Definitely Chinese



De smoking

27 januari 1998, Premier Kok arriveert bij het Concertgebouw
voor het bijwonen van het concert ter gelegenheid van de
60e verjaardag van koningin Beatrix

De smoking zit te krap. Een heer met een
dopje in zijn oor mompelt in zijn revers:
“Te strak, te strak!” Het kapsel van mevrouw
explosie van bruin haar. Met adem die
terstond condenseert in de avondlucht
blaffen de omstanders: “Hoezee, hoezee”
en schril en licht: “Leve de koningin!”

Je bent een orangist in merg en been,
dus buig je, hoffelijk, met rode huid,
met rauwe lach. Je spitse neus steekt als
een fijnzinnige antenne in de lucht,
en snuift en snuift; de slimme oogjes die
bliksemsnel om zich heen zien: is daar soms

in de regie iets misgegaan? Rijdt daar
al royalty op de Van Baerlestraat?

Veertien prinsen

Even later: De aankomst van de prinsen

Warm, opgewonden tuimelen ze uit
de limousines. Veertien prinsen! Echt!
Een team, een eskadron, en allemaal

even verzot op sport: zie het elan
waarmee dit zwart en witte corps zich, door
hagen bewakers en uitzinnig volk,
op de tourniquets bij de ingang stort.

Zíj twijfelen geen ogenblik: dit wordt
vanavond zwaar genieten! Niet te kort!

Definitely Chinese

In de entreehal van het gebouw voegt
koningin Beatrix zich bij de familie

Gelukkig. Gelukkig! Wat lijkt ze op
een tante, als ze binnenkomt en zich
dadelijk sputterend en zoenend op
haar neefjes stort. “O, o,” roept ze, “de boys

zien er geweldig uit. Patent, patent!”

Definitely Chinese, denken verward
de diplomaten, zumal when she kisses.

De queen voorop

The Corridors of Power

Hoogrode konen, zou ik zeggen, het
gezicht, zoals wel vaker, ondanks pan-
cake en make-up een beetje vlekkerig
van opwinding. Drie tellen later is

het beeld totaal veranderd, als – de queen
voorop – het gezelschap vastberaden
over de rode lopers draaft: een flits
uit een of andere maffiafilm.

Ze heeft de teugels van de macht zo vast
in handen, denkt het personeel perplex,
zo gretig, het is bijna ongepast.

Een goedgemutste kraaienzwerm

De koninklijke familie verschijnt in de concertzaal

Toch zijn ze niet op tijd. De dirigent
kijkt al op zijn horloge, en het
koper begint al balorig te worden.

De tuba knikt tegen zijn gsm,
de strijkers geeuwen ongeremd. Het pluche
op het koninklijk balkon ligt er wat vaal
en stoffig bij onder de spotlights, leeg.

dan stromen ze plotseling de zaal in:
van rechts, breed glimlachend, schuift Beatrix
tussen de stoelen door

en Willem Alexander met zijn broers
en neven, als een heuse storm, een goed-
gemutste kraaienzwerm, van links.

Uit volle borst

Ze zingen het volkslied

Daar dreint en dondert, plechtig en pompeus,
daar schalt en schettert onheilspellend, daar
rolt als een kerkelijk gezang zo traag,
het sinistere Wilhelmus door de zaal,

en het publiek, geïntimideerd, gedwee,
uit volle borst zingt alle woorden mee.

Sluit nu vrede met Joseph Haydn

Het Radiofilharmonisch Orkest speelt het Celloconcert in c van Joseph Haydn

Sluit nu vrede met Joseph Haydn: deze
beminnelijke oude heer
is er alleen op uit ons te behagen,
de duistere wolken om ons vorstelijke
voorhoofd, onze muizenissen, te verjagen.

Een en al charme en gratie is hij en
vol goedmoedige humor die
ons de betrekkelijkheid wil
doen inzien van ons kniezen:

Dan wórdt dat huis maar onder
de prijs verkocht, dan ís ze maar gebelgd,
dan gáát de kans op een
fantastische transactie maar verloren.

Luister, een ander thema, even licht,
even luchtig als wat voorafgaat. Alles
is vluchtiger dan zonlicht op een weiland
vroeg in de lente. We zijn kinderen
die bellen blazen in een strakke wind.

Bulderend van het lachen, maar beschaafd

Aftermath

Na het concert verpoost de royalty
zich nog een ogenblik in de foyer
met de artiesten. Prinsen worden nu

onrustig, wippen van het ene been
op het andere. Wat is er kies? Wat is
er comme il faut? Ze weten het
werkelijk niet. Nog eventjes geduld,

troosten ze zich. Dadelijk stropen ze
met verhitte gezichten naar buiten.
Bulderend van het lachen, maar beschaafd
tot in de tenen, wijzen ze elkaar op

het vrouwvolk dat op hoop van zegen bij
de auto's is blijven hangen: “Zag je dat!”
“Zag je dat!” “Wat een stuk zeg!” “Wat een stoot!”
Verder wordt er vandaag niet doorgedraafd.

En stilaan wordt het stil

Finale

En stilaan wordt het stil. De nachtvorst legt
een donzen deken over stad en land.

De donkere limousines glijden weg
naar links en rechts. De koningin, het bont
al sinds de jaren zeventig ontwend,

beschut de boezem met de blote hand.







Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques