De wereld is in wezen doodeenvoudig


Onder de sterren

Gavotte, François Joseph Gossec

“Als ik niet
Louis XIV was, zou ik
een pelsjager willen zijn
in de wouden van Louisiana.

Ik zou met
musket en machete
die enorme buffels doden en
ze nauwelijks eten.

Ik zou
hangmatten vlechten van
bloeiende lianen.
Condé en Turenne

zouden vergeefs
wachten aan de bloeddruipende Waal
en de sinistere IJssel.
Ik zou,

onder een warboel van sterren
keer op keer de liefde bedrijven
met een lachende squaw.”

Patrologie

Voltaire staat
tussen zijn boekenplanken
en lacht zijn kakelend lachje.

Zelfingenomen,
deze Arouet. Hij heeft
alle kerkvaders gelezen,
beweert hij, maar
is alles weer vergeten.

De wereld is,
denkt hij tevreden,
in wezen doodeenvoudig.

L’homme machine

Julien Offray de Lamettrie

Lachend zet je de menselijke machine
in beweging. Deze hendel, deze knop
bedienen het heelal. De sterren vallen

elkaar in de armen. De leegte schrompelt
ineen, verdroogd als een galappel
op een dood eikenblad.

Je blijft bescheiden. Je bent de
menselijke machine, zeg je.
Je eet uit je rechterhand, je linker krabt
achter je oor. Je praat, je lacht, je bent

de lachende machine, Lamettrie.
De marktmeester van de filosofie.
De hoveling, de vleier, de komiek.

Ancien regime


In het kasteel van de duc de Luynes, in Dampierre, zijn de vrouw des huizes en twee vriendinnen, ergens rond 1895, ten tijde van de affaire Dreyfus, ten prooi aan angst voor de revolutie.

Redouter sans cesse une révolution,
Stendhal, Le rouge et le noir, ii,18

De duchesses De Luynes & De Brissac
en de comtesse De Vogüé
alle drie in verwachting, staan

in de salon als een
school licht verbaasde, licht
verbaasde vissen bij elkaar.

Vlaggen, trommels, de vertoornde ogen
van furies op de barricades!
Half verstikte kreetjes

rijzen als bellen uit
hun mond. Moet dit hen

nu treffen? Ze deinzen
terug achter sofa. Mompelen vive la France.

De overgordijnen roeren
zich statig. Statig roert zich

in
hun schuchtere schoten hun vrucht.

Vrouwen hebben

“Vrouwen hebben,” zegt de rabbijn,
“veel verlangen naar kunst,
maar weinig talent.”
Ik snak naar adem.

“En Jane Austen dan?”
zeg ik, “Virginia Woolf?”

“Wie? zegt hij.
Hij schrijft de namen op
en kijkt er aandachtig naar.
Mompelt: “Zijn ze joods?”

Nieuwe kleren

Een aria voor klavecimbel met
veranderingen, Johann S. kon er
zijn puzzeldrift op botvieren en in
één moeite door Händel een lesje leren,

mijn liefje, wat wil je nog meer! Nou ja,
“muziek om slapeloosheid te verdrijven”:
zo is het stuk aan Keyserlingk verkocht,
maar is het dat waar we voor musiceren?

Aan de andere kant, je kunt ook zeggen:
muziek is balsem voor de ziel, daar hoeft
zich geen kapelmeester voor te generen.
En de vergoeding was riant. Van wat

deze compositie heeft opgebracht,
draagt de hele familie nieuwe kleren.

Aan het woord is uiteraard Anna Magdalena de vrouw van de componist. Bachs stuk schijnt te zijn geïnspireerd door een Chaconne van Händel. De beloning, zo wil het verhaal, was een gouden beker met honderd louis d’or.

Alles betrekkelijk

Weimar 1823

Hofraad Rehbein voelt
Goethes pols en vindt hem “monter,
ja zelfs lichtvaardig”. Het hart

van de dichter, zijn logge
runderhart, bonkt verzoenend.
De omstanders knikken,
knipogen en
raadplegen zakhorloges.

In de ruime, de lichte,
de typisch 18e-eeuwse kamer,
heeft de een het 18.24 u.,
de ander houdt het op 18.30 u.



Goethe leefde nog tot 1832





Reacties

Populaire posts van deze blog

Galathea

Goethe

Is dat de weg?

Je minnaar is van papier

Fontana

Goedemorgen, hekje

Schimmelpenninck

In dit nieuwe jaar

Causeries Goethesques